Wat is er anders aan kinderarbeid in Azië vergeleken met in Afrika?
Azië:
In Azië bestaat de bevolking uit ongeveer 960 miljoen mensen. Er wonen veel kinderen omdat de landen in Azië meestal arm zijn, denk aan India. De Indiase overheid beweert dat er tenminste 17,5 miljoen kinderarbeiders zijn. De welvaart is daar slecht dus de gezinnen zijn groot. Als je een groot gezin hebt kunnen de kinderen werken voor de ouders. Zij verdienen dus het geld. Het land India telt het grootste aantal werkende kinderen vergeleken met de rest van de wereld. Hoeveel kinderarbeiders er precies zijn weten we niet, want het meeste werk wat wordt verricht door kinderen is meestal zwart werk. Het ‘zwarte’ werk valt onder de informele sector. Deze werkzaamheden staan niet officieel bekend. Formele werkzaamheden wel. Kinderen kunnen werken in de formele en in de informele sector maar het komt vaker voor dat kinderen werken in de informele sector. Er zijn wel schattingen gedaan door verschillende organisaties. Zij schatten bijvoorbeeld dat er ongeveer 100 tot 150 miljoen kinderarbeiders zijn in India. Het totaal aantal kinderen die elke dag zwaar en ongezond werk moeten doen in Azië is 15 miljoen, en dat alleen maar om een dak boven je hoofd te hebben en om te zorgen voor voldoende eten. De officiële minimum leeftijd om te mogen werken in Azië is 14 jaar.
De levensverwachting in Azië is 62 jaar. Dat is erg laag want in Nederland is de levensverwachting ongeveer 81 jaar. Er sterven per 1000 kinderen onder de 5 jaar ongeveer 108 kinderen, dat is ongeveer 1 op de tien kinderen sterft. Van de bevolking leeft er 29% onder de absolute armoedegrens en 33% leeft op het platteland.
In Azië werkt 1 op de 14 kinderen, dat lijkt weinig maar omdat er heel veel mensen in dit werelddeel wonen telt men meer dan 125 miljoen kinderarbeiders! Azië telt het grootste aantal kinderarbeiders. Het merendeel van de kinderarbeiders werken in het land India. Pakistan en Bangladesh zijn de buurlanden van India daar werken de kinderen meestal in fabrieken.
In de meeste gevallen van kinderarbeid in Azië heb je te maken met schuldslavernij (Slavernij waarin de ontlener terecht kwam wanneer hij de schulden, waarvoor hij zichzelf en/of zijn gezin in pand had gegeven, niet kon terugbetalen). Kinderen werken veel in de prostitutie maar de meeste werken in het huishouden of de landbouw en veeteelt.
Totale bevolking | 960.178.000 |
Kinderen jonger dan 18 jaar | 385.784.000 |
Kinderen jonger dan 5 jaar | 111.294.000 |
Percentage sterfgevallen van kinderen onder de 5 jaar | 108 per 1.000 |
Levensverwachting | 62 jaar |
Percentage volwassen analfabeten | Mannen: 34%, Vrouwen: 62% |
Bevolking onder de absolute armoedegrens | In de steden: 29%, Op het platteland: 33% |
Officiƫle minimum leeftijd om te mogen werken | 14 jaar |
India
In India wonen ongeveer 1,2 miljard mensen. Het is het na China het meest bevolkte land ter wereld. In China wonen ongeveer 1,4 miljard mensen. De bevolking in India bestaat ongeveer 2/5 deel uit kinderen. De kinderen zijn in het cirkeldiagram verdeeld in verschillende leeftijdsklassen. Je ziet dat de meeste kinderen in de leeftijdsklasse 0-5 zitten. India telt dus een zeer jonge bevolking. In de klasse 16-18 telt men al 472 miljoen kinderen.



Percentage volwassenen en kinderen in India Percentage leeftijd van kinderen in India
In Afrika werkt maar liefst 1 op de 3 kinderen. De kinderen hebben meestal werk in de agrarische sector of in het huishouden. In Afrika is kinderarbeid streng verboden er zijn zelfs afspraken gemaakt door de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) maar doordat de kinderen in deze ‘ontzichtbare’ sectoren werken is het moeilijk om kinderarbeid vast te stellen voor de buitenstaanders. Wanneer er mensen op komen tegen de kinderarbeid kan de regering in Afrika gemakkelijk ontkennen dat er geen sprake is van kinderarbeid. Dit doet de regering van Nigeria en Ghana .
In heel Afrika werken ongeveer 80 tot 90 miljoen kinderen, 41% van de kinderen is veertien jaar of ouder. Dit kan natuurlijk veel meer zijn, niet overal is te controleren of er werkende kinderen aanwezig zijn. De meeste kinderen werken in de informele sector dat komt door de grote migratie van het platteland naar de stad. Elk land in Afrika kent een andere vorm van kinderarbeid.
De reden dat er zoveel kinderen werken in Afrika komt niet alleen door de grote armoede maar ook grotendeels door de Afrikaanse cultuur zelf. Het beeld van werkende kinderen wordt niet gezien als directe kinderarbeid. Het hoort bij het opgroeien, een kind moet leren zelf geld te verdienen om zo zijn bestaan voort te zetten.
De hoofdoorzaken van kinderarbeid op het Afrikaanse continent zijn volgens de ILO:
- Armoede
- Een snel groeiende bevolking
- Verslechtering van de leefomstandigheden
- Een slecht onderwijssysteem dat niet voor alle kinderen toegankelijk is.
- Gewapende conflicten
- Het stijgende aantal aids wezen (ouders zijn aan aids overleden)
In Afrika werken de meeste kinderen in de mijnbouw. Vooral in West Afrika maar ook in de landen Tanzania en Zimbabwe. De mijnen liggen vaak op moeilijk bereikbare plekken verstopt in het bos. In Issia heb je ook zo een mijnbouw in de centraal westelijke regio van de Ivoorkust. De kinderen werken daar niet alleen, ook de ouders helpen mee. De kinderen die in demijnen werken zijn gemiddeld 7 jaar oud. In Nederland hoor je dan al in groep 4 van de basisschool te zitten. Maar deze kinderen hebben geen andere keuze. De jongste kinderen zijn 3 jaar, dan hoor je al helemaal niet te werken. Een kind van drie jaar kan nog net niet vloeiend spreken en gaat nog niet eens naar school. Het werken in een mijn is zwaar en zeer ongezond werk. Ademhalingsproblemen kunnen ontstaan door stof en gassen die vrijkomen en niet goed geventileerd worden. De kinderen staan de hele dag in een bloedhete omgeving met een ernorm lawaai. Ze moeten in de grond graven, stenen vervoeren en de stenen ook zeven. Omdat de mijnen in een moeilijk bereikbare plek liggen moeten de kinderen soms wel een afstand van 5 tot 11 kilometer afleggen voordat aan het werk kunnen. Dat is best een eind lopen, de wegen zijn ook niet zo mooi als in Nederland en kunnen levensgevaarlijk zijn. Deze afstand kun je natuurlijk niet even snel afleggen, de kinderen vertrekken dan ook om 6 uur ’s morgens al. Het is dan ook nog donker.
In de mijnbouw is comfortabel werken geen optie. Er worden lange dagen gemaakt en de kinderen moeten werken met gevaarlijke gereedschappen. De jongens moeten in de diepe en gevaarlijke mijnen werken die ook op instorten kunnen staan en lopen ook extra risico door de explosieven die afgaan waar zij direct na de explosie de nieuwe stenen willen pakken die dan vrij komen te liggen om ze vervolgens naar boven te slepen. In Nederland krijgt men steeds om een paar uur een kleine pauze en mag je zelf weten wat je eet. In de mijnbouw krijgen de kinderen niet regelmatig een maaltijd van hun werkgevers en als je dorst heb moet je drinken uit vervuilde waterbronnen.
In alle landen in Afrika kom je kinderen op straat tegen. De kinderen zijn tussen de 9 en de de 12 jaar oud. Ze verzinnen allerlei dingen om aan geld te komen. Deze kinderen komen meestal uit gezinnen waar de thuissituatie zo slecht is dat ze wel op straat willen werken. De thuissituatie wordt verstoor door de werkloosheid, het gebruik van alcohol en het geweld wat er gebruikt wordt. Dit klinkt allemaal heel ernstig voor ons maar in Afrika is dit vrij normaal. De kinderen hebben eigenlijk geen keus. Er zijn ook de zogenoemde ‘AIDS-wezen’, dat zijn kinderen waarvan de ouders allebei zijn gestorven aan AIDS. Deze kinderen hebben al helemaal geen keus en belanden vaak op de straat. Door de al eerder genoemde migratie van platteland naar de stad is er ook een tekort aan huizen ontstaan in de steden en dorpen. Hierdoor groeit het aantal gezinnen met kinderen die op de straat leven en hun werk doen.
Het werk dat op de straat wordt verricht verschilt enorm. De meeste kinderen proberen alles te verkopen op straat, van water en fruit tot zakdoeken en lucifers. De kinderen zijn in staat om alles te verkopen wat ze maar kunnen vinden, ze pluizen zelfs hele vuilnisbelten uit voor eten of iets verkoopbaars te vinden.
Zoals wij heitje voor karweitje in Nederland kennen heb je dat ook in Afrika. Ze poetsen schoenen en wassen auto’s. In principe is dit allemaal niet erg crimineel hoewel het wel verboden is. Er zitten ook nare kantjes aan deze kinderen. Sommige verkopen bijvoorbeeld drugs, zijn zakkenrollers of prostitueren zichzelf.
Wanneer het kind geen plek heeft om te slapen zoeken ze portieken, winkelcentra of bruggen om in te slapen. Het is levengevaarlijk om op straat te slapen in deze ontwikkelingslanden. Je komt van alles tegen. De kinderen worden snel ziek door te weinig voeding en vitaminen. Om het leven draaglijk te maken inhaleren veel van hen verf of zelfs lijm.
Er zijn ook kinderen die niks op straat verkopen maar gaan bedelen voor geld, eten en andere dingen. Kinderen worden door sommige Afrikaanse leiders gedwongen te bedelen. Het bedelen is een onderdeel van een traditie van lang geleden, die toen wel hielp. In de tijd van nu is bedelen niet zo succesvol meer. Dat komt door veranderingen in sociale, economische en culturele omstandigheden. Het bedelen is veranderd in kinderexploitatie.
Marabout is een religieuze leider die kinderen uit gezinnen in West-Afrika passages leert uit de Koran om het voor te kunnen dragen. De ouders van deze gezinnen vertrouwen hun kinderen als ze de leeftijd van vijf of zes jaar hebben bereikt. Vooral de jongens. In ruil voor het leren hebben de jongens verschillende taken op school en moeten ze helpen in het huishouden van de Marabout. Vanuit de traditie levert de gemeenschap een bijdrage aan de Marabout in de vorm van collectes door kinderen. Hierdoor zien mensen bedelen als een onderdeel van het leerproces, volgens religieuze leermethodes. Als de jongens een betere man willen worden moeten ze eerst de vernedering van bedelen ondergaan.
In Senegal heb je tussen de 50 en 100 duizend bedelkinderen. De kinderen die werken voor Marabouts leven onder slechte omstandigheden. De kinderen hopen dat ze veel medelijden krijgen en daardoor geld kunnen verdienen. De kinderen leven natuurlijk in slechte armoede en hebben geen schoenen, werken dus op blote voeten, waardoor de mens gelijk kan zien hoe een slecht leven een kind heeft. De mens weet alleen niet dat ze worden gedwongen in de meeste gevallen.
De opbrengst van het bedelen gaat naar de Marabout. De kinderen moeten een bepaald bedrag binnen zien te halen. Als dit niet gebeurd worden ze lichamelijk maar ook geestelijk gestraft. Vaak worden ze ook een lange tijd afgezonderd van hun familie.
Straatkinderen lopen dus veel te veel risico’s. Ze kunnen heel snel verslaafd raken aan de drugs om het leven draagbaar te maken of worden door vreemden misbruikt voor seks en krijgen te maken met lichamelijk geweld.






Maak jouw eigen website met JouwWeb